Leerlingen die leskrijgen van docenten die hoge verwachtingen van ze hebben, presteren beter. Dat is huiveringwekkend! Onderschat niet hoe groot de invloed van docenten is,’ vertelt Lia Voerman in een interview. Op basis van haar promotieonderzoek schreef ze het boek Didactisch Coachen. Een praktische boek met handreikingen voor docenten om zó feedback te geven aan hun leerlingen, dat leerlingen er echt iets aan hebben. In de gewijzigde 5e druk (2018) is een hoofdstuk opgenomen over formatief evalueren.

Interview: Maartje Nix

Lia Voerman: ‘Voordat ik je vragen ga beantwoorden wil ik dat docenten die dit lezen, beseffen dat ze behoren tot de beste docenten van de wereld. Dat vergeten we nogal eens. Onder het motto, je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden, wil ik mijn kennis en ervaringen graag delen. Ons onderwijs is heel goed. Die mindset zou ik meer willen in Nederland.’

Je geeft nu positieve feedback aan alle docenten in Nederland. Waarom werkt positieve feedback zo goed?

‘Uit onderzoeken in de positieve psychologie blijkt telkens weer dat we meer leren van positieve feedback. Dan gaat het wel om specifieke feedback op inhoud, strategie of modus. Feedback op de persoon werkt niet, zoals Hattie al concludeerde. Een uitzondering daarop is feedback op persoonlijke kwaliteiten, zoals doorzettingsvermogen, creativiteit, analytisch vermogen en vriendelijkheid.
Het is de kunst om feedback positief te formuleren. Tegen een leerling die het lastig vindt om het juiste antwoord te vinden, zeg je bijvoorbeeld: “Ondanks dat ik zie dat je het lastig vind om te zoeken, zoek je wel door!” Een leerling ervaart dit als: het is oké dat ik dit lastig vind.’

Wat is de relatie tussen het hebben van hoge verwachtingen en positieve feedback?

‘Leraren die hoge verwachtingen hebben van hun leerlingen, blijken feedback te geven die aanzet tot leren. Dat is een van de meest essentiële vaardigheden van het leraarschap en tegelijk een van de moeilijkste. Psycholoog Robert Rosenthal deed hier in 1968 onderzoek naar. Tegen leraren van een groep gemiddeld presterende basisschoolleerlingen zei hij: “Deze leerlingen worden fantastisch dit jaar, die gaan het maken!” Aan het eind van het jaar bleek dat deze groep leerlingen beter presteerde en zelfs hogere IQ-scores had. Dat is huiveringwekkend! Het is de bekende Pygmalion effect of the self-fulfilling prophecy. Onderschat niet hoe groot de invloed van docenten is om leren te bevorderen. Uit het onderzoek van Rosenthal bleek dat docenten die hoge verwachtingen hebben vriendelijker zijn tegen leerlingen. Ze stellen meer vragen, stellen vragen van een hoger niveau en ook uitdagendere vragen. Ze geven rijkere feedback en minder aanwijzingen. Dit zijn de basiselementen van didactisch coachen.’

Rijkere feedback geven aan je leerlingen… Hoe pak je dat aan?

‘Dat heeft veel te maken met goede vragen stellen. Als je feedback geeft, dan moet die ergens op slaan. Vaak stellen docenten vooral kennisvragen, wat ik categorie 1-vragen noem. Bijvoorbeeld: “Wat is de hoofdstad van Griekenland?” Als een leerling antwoordt: “Athene”, is de enige feedback die je kan geven: “Goed zo.”
Redeneervragen worden veel minder gesteld. Als je leerbevorderend wilt werken moet je meer “redeneervragen” stellen, of categorie 2-vragen. Bijvoorbeeld: Waarom is Athene de hoofdstad van Griekenland? Op een antwoord op deze vraag kun je op veel manieren feedback geven of doorvragen, bijvoorbeeld op redeneerstrategie of redeneerstijl.
Met goede vragen creëer je dus een situatie waarin je goede feedback kunt geven. In feite is het een
minisituatie van formatief toetsen.’

In je boek benadruk je dat het belangrijk is aandacht te geven aan emoties bij het leren. Waarom is dat zo belangrijk?
‘Je weet niet altijd wat het effect van feedback op iemand is. Toen mijn dochter net op de middelbare school zat, kwam ze vaak huilend thuis. Ze meende dat haar wiskundeleraar telkens zei dat ze dom was. Dat was niet zo, maar zij had wel dat gevoel. Ik heb haar daarbij geholpen. Mijn partner, Frans Faber, zat daarbij. We bespraken daarna wat wel en wat niet werkt bij feedback geven. Zo is Didactisch Coachen ontstaan, wat ik samen met Frans heb geschreven.’

Hoe kun je voorkomen dat feedback anders overkomt dan je bedoelt?

‘Hoe feedback overkomt, is heel persoonlijk. Het is belangrijk dat je zowel vragen stelt die passen bij wat jij denkt dat de leerling kan als vragen waarmee een leerling moet worstelen. Beide zijn nodig. In je feedback op antwoorden kun je enorm differentiëren.
Je stelt bijvoorbeeld een vraag aan een leerling die normaalgesproken niet makkelijk aan het werk gaat. Je ziet het enthousiasme in de ogen van de leerling. Dan kun je daar feedback op geven: “Wat leuk om te zien hoe enthousiast je wordt van deze vraag.” In deze situatie is het goed om daarna een categorie-3 vraag te stellen. Dit zijn vragen die gaan over zelfregulatie. Een vraag die je zou kunnen stellen is: “Hoe kun je het enthousiasme dat je nu voelt vasthouden als je aan het werk bent?” Een leerling zal naar het antwoord moeten zoeken, maar je creëert zo een meta-niveau over denken en voelen.
Bij leren komen zoveel emoties kijken. We hebben de neiging vooral feedback te geven op inhoud – dat is de minst effectieve. Feedback op de leerstrategie is veel beter. Maar er zijn maar weinig docenten die aandacht hebben voor de modus waarin de leerling zit, terwijl dat ontzettend belangrijk is. In feite is dát gepersonaliseerd lesgeven: écht naar leerlingen kijken. Een vraag als: “Volgens mij zit je ontzettend te balen. Klopt dat?” kan enorm neutraliseren en helpt de leerling weer aan de slag te gaan. Of stel een vraag als: “Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch aan het werk kan?” De eigenaarschap van het probleem blijft bij de leerling en hij leert dat balen geen excuus is om niet aan de slag te gaan. Dat is modusregulatie.
Leerlingen moeten leren omgaan met succes- en faalervaringen. Een aanwijzing als “Kom op, effe meedoen” heeft dat effect niet.’

Kijk naar vooruitgang in plaats van naar wat er nog niet is, hoorde ik je in een filmpje zeggen. Waarom?

‘Er wordt tegenwoordig veel gesproken over een fixed en een growth mindset. Progressiefeedback stimuleert een growth mindset. “Vorige week had je 10 sommen goed. Deze week 20 sommen, waar ook nog eens hele moeilijke tussen zaten. Wat heb jij gedaan dat dit je gelukt is?” Deze vraag leidt ertoe dat een leerling gaat inzien hoe hij aan vooruitgang kan werken. Uit mijn onderzoek blijkt dat slechts 0,6 procent van wat docenten doen in de klas het geven van progressiefeedback is.’

Ik kan me voorstellen dat er nu docenten zijn die dit alles in de praktijk willen oefenen. Heb je tips?

TIP 1

Voor leraren is het lastig om na een vraag te wachten tot een leerling antwoord geeft. Geef leerlingen de gelegenheid om na te denken. Hou eerst 10 seconden je mond, zeker bij categorie-2 vragen.

TIP 2

Zeg het antwoord niet meteen voor als een leerling het niet weet, maar geef een aanwijzing op strategie: “Als je nu eens hieraan denkt, als eerste stap, wat denk je dan dat er gebeurt?”

TIP 3

Pas je vragen en feedback aan aan je lesdoelen. Stel dat je doel is dat leerlingen drie strategieën kennen om een bepaald probleem op te lossen. Als een leerling één strategie herkent, benoem dat dan: “Kijk, hier hebben we de eerste strategie te pakken.”

TIP 4
Mijn tips kun je samenvatten in de formule ADB³C.
De A staat voor aandacht. Kijk naar je leerlingen. Begeleid je leerlingen.
De D staat voor diagnose. Je stelt in een oogwenk, bijna onbewust, een diagnose. Bijvoorbeeld: deze leerling is hard aan de slag.
B3 staat voor bevragen/vragen stellen, beweren/aanwijzing geven, benoemen/feedback geven.
C is checken. Check wat er gebeurt met de leerling als je de vraag hebt gesteld. Blijft hij erbij? Haakt hij af? Veel leraren zijn geneigd zelf harder te gaan werken als leerlingen afhaken. Dat is te prijzen maar niet altijd effectief.

TIP 5
Gebruik werkvormen die uitnodigen tot feedback geven.’


Meer lezen of kijken?
Lees meer over didactisch coachen.
Bekijk het Tedx-filmpje waarin Lia Voerman vertelt over haar onderzoek.
Lees het proefschrift Teacher feedback in the classroom.