Saskia Heuckelbach,
Adviseur, coach en trainer op het gebied van gepersonaliseerd leren

Nu jouw leerlingen thuis aan het werken zijn, is het soms lastig te bepalen hoe het met ze gaat. Voor de coronamaatregelen wist je wat je met leerlingen besprak in de les en aan welke opdrachten ze thuis werkten. Door te toetsen hield je hun vorderingen bij. Kortom: je had grip. Ten minste zo voelde het. Die lijk je nu kwijt te zijn. Maar wellicht is dat een zege! Nu pakt de leerling de regie en ligt de controle bij de juiste persoon…

Als een leerling weet waar hij naartoe werkt en waar hij staat ten opzichte van het doel, zal hij gemotiveerder en met meer focus werken. Daarom stel jij als docent inhoudelijke leerdoelen op het gebied van kennis en vaardigheden. Daarnaast bied je de leerlingen toetsmogelijkheden, zodat zij kunnen bepalen waar zij staan ten opzichte van het doel. Geef je leerlingen daarom – zeker in tijden van afstandsleren – toetsen die inzichtelijk maken welke doelen zij wel, en welke nog niet, hebben behaald.

Stand van zaken
Zo’n toets op afstand heeft als doel om jou en je leerlingen duidelijk te maken welke kennis en vaardigheden de leerlingen al beheersen. Daarnaast laat de uitkomst van een toets zien waar de leerling en jij nog aan moeten werken (bijvoorbeeld door een instructie te geven, of extra opgaven te maken). Je kunt een toets op afstand op verschillende manieren vormgeven. Je kunt een leergesprek voeren middels videobellen (met een klein groepje leerlingen), een aantal vragen laten beantwoorden in een elektronische leeromgeving (individueel), een verslag over inhoud en proces laten maken (in een groepje, of individueel), etc.. Welke vorm dan ook: het doel van toetsen moet zijn om de stand van zaken inzichtelijk te maken. Voor jou, maar vooral voor de leerling zelf!

Vertrouwen
In situaties waarin de docent niet naarstig op zoek is naar grip, maar wel naar manieren om de leerling handvatten te geven om grip te krijgen op zijn eigen leren, groeit de leerling en ontspant de docent. De docent kent en vertrouwt de leerling. De docent stelt eisen en de leerlingen benutten de ruimte en het vertrouwen dat zij krijgen. De leerlingen moeten laten zien dat zij op tijd aan het leerdoel hebben gewerkt. De leerlingen mogen echter op eigen wijze bewijzen hoe zij daar vorm aan hebben gegeven en welke doelen zij hebben bereikt. De docent stelt de kaders, maar de leerling pakt de leiding over zijn eigen leerproces.

Toetsen is noodzakelijk. Altijd al, en zeker nu je je leerlingen minder ziet en spreekt. Het is belangrijk om leerlingen te helpen inzichtelijk te maken welke kennis en vaardigheden zij beheersen. Én om hen in te laten zien welke vaardigheden zij al goed weten in te zetten en welke ze nog verder moeten ontwikkelen. Maar gebruik toetsen niet om zelf (vermeende) grip te krijgen/te houden. Gebruik ze om je leerlingen aan het roer te zetten van hun eigen leertraject!